Home | Nieuws | Activiteiten | Kom langs | Voor ieder | Jeugd IVN |
Iep (Ulmus)![]()
Biologie
Kenmerkend aan bijna alle soorten iepen is de scheve bladvoet: aan één kant van de steel loopt het blad verder door dan aan de andere kant. Zie tekening, deze is van de fladderiep of steeliep (Ulmus laevis). Herkomst en gebruik
De iep komt van nature voor in Noord-Amerika, in Europa en vooral in Azië (China). In de 18e en 19e eeuw is de soort op veel plaatsen als sierboom aangeplant. Vooral in de stad deed de boom het goed. In het begin van de 20e eeuw was de iep de meest voorkomende boomsoort in Amsterdam. Iepenhout splijt niet en daardoor is het veel gebruikt voor wagenwielen, meubelen en ook doodskisten. Daarnaast rot het hout niet weg, als het tenminste nat wordt gehouden. Uitgeholde iepenstammen waren in de Middeleeuwen op veel de plaatsen de ‘buizen’ van de waterleiding. Waar te zien?
Monumentale bomen van deze soort in de gemeente Valkenswaard: |